Joséphine de Malines
Gebruik: Handpeer en bewaarpeer
Oogsttijd: Eind oktober, begin november
Gebruikstijd: Januari tot maart
Bestuiver: Williams
Boom: Kleine boom die dun, hangend hout vormt. Groeit zwak. Gesteltakken schuinopwaarts, goed vertakt, later horizontaal, met lange vruchttwijgen, later ook met korthout, stekeltwijgen en sporen bezet. Vorm van de kruin breed, rond, gesteltakken sterk snoeien, vruchttwijgen niet snoeien.
Deze Mechelse peer is een ontdekking van één van de grootste perentelers uit de 19e eeuw in België: Jean-Charles Nelis uit Mechelen. Hij vernoemde dit ras naar zijn vrouw, Joséphine de Malines. Graaf Coloma zorgde voor de verspreiding van dit eigenaardig gevormde peertje, eerder plat dan rond.
Het vruchtvlees is wit met een zweempje lichtgroen. Hij kan zeer laat
geplukt worden, pas eind oktober, begin november en is pas in januari
rijp voor consumptie. Het is een goede bewaarpeer. Ook rijp is hij goed
te bewaren, zonder snel beurs te worden.
De rijpe peren hebben zalmgeel vruchtvlees dat zeer geurig, bijna suikermeloenachtig van smaak is.
Voor massaproductie is de vrucht te klein, voor eigen gebruik een hoofdsoort, voor alle standplaatsen waar tafelperen ook maar enigszins kunnen gedijen.